Zo werkt dus een SAMP
Je kunt je afvragen: ‘Wat moet ik met een Strategisch AssetmanagementPlan?’ Als het document alleen maar processen beschrijft, of te abstract is, of te globaal, dan slaat het geen deuk in een pakje boter. Dan is het alleen maar een mooi document waar meerdere mensen zich een jaarlang over gebogen hebben, feestelijk gepresenteerd hebben, om het vervolgens onder te laten sneeuwen in het dagelijkse werk. Een goed SAMP heeft waarde, wanneer daarin staat beschreven hoe je je assets gaat beheren. In onderstaand voorbeeld lichten we graag toe hoe dit in zijn werk gaat.
Biljartlaken of patchworkdeken?
Een zekere organisatie beheert een flink areaal aan wegen. Natuurlijk moet deze infrastructuur altijd constructief veilig zijn. We komen nog verrassend veel mensen tegen die denken dat de politiek het beheer zover kan uitkleden dat bruggen mogen instorten, of wegen constructief onveilig mogen zijn. De wet is hier heel duidelijk over: overheden hebben een zorgplicht voor het beheer van de infrastructuur en openbare ruimte. Maar dat betekent niet dat de uiterlijke kwaliteit overal hetzelfde moet zijn. Onze asfaltwegen mogen erbij liggen als een biljartlaken, maar ook als een patchworkdeken; zolang het maar veilig is. En dus valt er iets te kiezen als het gaat om de maatregelen en het aantal keren dat je op eenzelfde plek werkzaamheden wilt verrichten.
Duurzame infrastructuur
De beheerorganisatie uit ons voorbeeld heeft nieuwe beleidsopdrachten meegekregen. Zo moet de aanleg en het beheer van de infrastructuur in een rap tempo duurzamer worden uitgevoerd. In Nederland mogen we blij zijn dat het onderwerp duurzaamheid in al haar facetten eindelijk hoog op de bestuurlijke agenda staat. Alleen wordt er nog niet gekozen tussen geld erbij, of activiteiten laten schieten. Voorlopig moeten we duurzamer werken binnen hetzelfde budget. Hoe kunnen we de meerkosten van CO2-neutraal asfalt betalen, zonder in te boeten op de constructieve kwaliteit? Dat kan door bijvoorbeeld de lat van de visuele kwaliteitseisen en uitvoeringseisen lager te leggen.
Beheerklassen
Tijdens het opstellen van het Strategisch Assetmanagementplan onderzoeken de strategen het effect van het differentiëren van de wegen. Eerst worden er klassen gemaakt. De hoogste beheerklasse bestaat uit wegen die een duidelijke regionale functie vervullen en zeer intensief worden gebruikt. De tweede klasse heeft ook een regionale functie, maar met een lagere gebruiksintensiteit. En de derde klasse heeft geen regionale functie. Dat laatste is een belangrijk kenmerk, want deze organisatie heeft als taak te zorgen voor een goed functionerend regionaal wegennetwerk ten behoeve van de regionale economie. Wegen zonder regionale functie dragen niet bij aan de doelstelling van de organisatie. Het is historisch zo gegroeid dat de niet-regionale wegen in hun beheer zijn. Het is dus een optie om de lat voor deze wegen lager te leggen.
Toeristen
Het differentiëren van de wegen is een typisch voorbeeld van een strategische keuze die in het Strategisch Assetmanagementplan thuishoort. De strategen delen hun voorstellen met de assetmanagers. De verhardingenbeheerder reageert snel. Een behoorlijk aandeel van de niet-regionale wegen ligt namelijk in een natuurgebied, waarop hij zegt: ‘Het kan toch niet zo zijn we met een grote reclamecampagne toeristen naar dit gebied proberen te trekken en dat die toeristen dan over patchworkwegen moeten rijden?’
Er gebeuren nu een paar dingen. De assetmanager leidt uit de reclamecampagne af dat er een toeristische doelstelling is. De strategen zijn deze doelstelling bij het uitwerken van het SAMP niet tegengekomen. Mogelijk heeft de assetmanager hier een punt, dus dit onderwerp verdient nader onderzoek. Daar kan uitkomen dat de doelstelling nergens expliciet vastligt. Moet je er dan rekening mee houden in het SAMP? De volgende vraag die opkomt is de relatie tussen de visuele kwaliteit van het wegdek en het aantal toeristen. Zouden de toeristen wegblijven als het wegdek er minder mooi uitziet? Of draagt het meer verweerde uiterlijk juist bij aan het gevoel van buiten zijn?
Eigen keuzen of strategische keuzen?
Het laatste dat er gebeurt is dat de assetmanager in zijn reactie zelf lijkt te bepalen hoe hoog de kwaliteitslat zou moeten liggen. En juist daar ligt de kracht van het SAMP. In het SAMP wordt gekeken naar alle eisen, wensen en randvoorwaarden. Op basis hiervan wordt een over all strategie uitgestippeld die hier zo goed en zo kwaad als het kan, invulling aan geeft. Uit zijn reactie wordt duidelijk dat de assetmanager het totaaloverzicht niet heeft. Het moment is aangebroken om de assetmanagers meer aan te laten haken bij alle afwegingen en daarin mee te laten denken. De uiteindelijke keuzen hebben effect op de kwaliteitseisen, uitvoeringsmethoden, maatregelkeuzen en materiaalgebruik. Zodra die definitieve keuzen zijn vastgelegd in het SAMP, is het zaak dat iedereen daarnaar handelt. Ook al kan het daardoor lijken dat het uiterlijk van de weg schriel afsteekt tegen de natuurpracht. Er staat wel iets anders tegenover: namelijk een meer duurzame manier van beheren.