Digitaal is geen synoniem voor duurzaam
Scene 1: Duurzaamheid
Het goede nieuws is, duurzaamheid krijgt steeds meer vorm binnen het beheren van de openbare ruimte en infrastructuur. En met duurzaamheid bedoelen we natuurlijk de aandacht voor het milieu. De meest voorkomende thema’s zijn CO2-neutraal, klimaatadaptatie, biodiversiteit en circulariteit. Dat leidt tot mogelijke maatregelen als: cementloos beton, koud asfalt, volledig te recyclen asfalt (vergt nog wat innovatie, maar het doel is gesteld), geen gebruik meer maken van fossiele brandstoffen, zoveel mogelijk regenwater infiltreren, kruidenrijke bermen, alternerend maaien en dit is nog maar het begin van de lijst.
Scene 2: Data-ondersteunend werken
Elke overheidsorganisatie heeft inmiddels datagestuurd werken het op de agenda staan. En daarmee bedoelen we natuurlijk data-ondersteunend werken, want als de data alles voor ons gaan beslissen, dan gaat er iets mis. De verwachtingen rondom data-ondersteunend werken zijn legio. Het zorgt voor betere beslissingen en betere dienstverlening. Het leidt tot nieuwe inzichten, waardoor de kwaliteit van ons werk beter wordt. We kunnen nóg efficiënter werken […]. Ook bij het beheren van de openbare ruimte is het de bedoeling dat deze manier van werken zijn intrede gaat doen.
Scene 3: De verzuchting
“Ons databeheer is een ramp. Je kunt niets terugvinden, er zwerven heel veel versies rond en je hebt nooit de laatste in handen, de software doet niet wat ze zouden willen dat het doet, voor elk nieuw probleem wordt een nieuwe tool aangedragen met de belofte dat dit hét antwoord is, we hebben zoveel tools in omloop dat niemand het meer weet, ons intranet is een rotzooi, er staat van alles op Sharepoint behalve wat je nodig hebt, de revisies worden niet verwerkt, ik vertrouw de metingen van de opdrachtgever/opdrachtnemer niet, de mappenstructuur is niet logisch, de berg met foto’s en video’s is enorm.”
“We hebben geen tijd om dingen goed te doen. We hebben enkel tijd om dingen verkeerd te doen.”
Digitale rommel
Ondanks alle ronkende digitale beloften, is de productiviteit er nog niet echt op vooruit gegaan. Eerder achteruit. Dat heeft twee oorzaken: we creëren te veel slechte software en we creëren te veel slechte data. Aldus McGovern, auteur van het boek World Wide Waste. Hij stelt dat negentig procent van wat digitaal is, rommel is. Denk alleen maar aan de bak met emails van de afgelopen tien jaar die je ergens opgeslagen hebt. Combineer slechte software met slechte data en je krijgt nog meer rommel. Daar kun je artificial intelligence op loslaten zoveel je wilt, het blijft rommel. Er zijn software architecten die beweren dat we met 10 procent van de software en 10 procent van de servers hetzelfde resultaat kunnen bereiken als nu. Dat betekent 90 procent afval. Verschillende techbedrijven zoals Tech Target, IBM, IDC en Lucidworks ondersteunen de afvalconclusie. Zij stellen dat ongeveer 90 procent van de data na drie maanden, niet meer wordt gebruikt.
Digitale duurzaamheid
Is die rommel erg? Het kan toch geen kwaad als het ergens ligt te niksen? Je weet nooit of het ooit nog ergens goed voor is, zoals de rommelzolder bij opa en oma? Punt is dat deze nutteloze digitale rommel een fysieke impact heeft. Digitaal = Fysiek. Elke email draagt bij aan de opwarming van de aarde.
McGovern probeert je te laten voelen wat de impact van de digitale rommel is, door het uit te drukken in hoeveel bomen er nodig zijn om de CO2-uitstoot te compenseren:
- 1,6 miljard bomen voor de jaarlijkse email-spam
- 1,5 miljard bomen voor de jaarlijks teruggezonden goederen alleen in de VS
- 231 miljoen bomen voor het jaarlijks datagebruik in de VS
- 16 miljoen bomen voor de jaarlijkse zoekopdrachten bij Google
Begin je het een beetje te voelen? We kunnen het ook anders uitdrukken [bron]:
- Een e-mail van een megabyte (= 1 MB) stoot tijdens zijn totale levenscyclus 20 g CO2 Dat is evenveel als een oude lamp van 60 W die 25 min brandt.
- 1 jaar lang 20 e-mails per dag en per gebruiker komt overeen met de CO2 die wordt uitgestoten wanneer er 1.000 km met de auto wordt afgelegd.
- Een gewone router verbruikt 10.000 watt. Voor een groot datacenter komt dat op bijna 100 miljoen watt.
- Surfen op het net vergt voor een doorsnee internetgebruiker jaarlijks ongeveer 365 kWh elektriciteit en 2900 liter water. En dat komt dan weer overeen met de CO2-uitstoot van een auto die 1400 km aflegt.
En dan hebben we nog niets gezegd over het bekijken van filmpjes op je smart phone.
Digitaal is niet synoniem voor groen en duurzaam
We doen ons best om de CO2-uitstoot binnen ons vakgebied terug te dringen. Tegelijkertijd willen we data-ondersteunend werken en gaan we meer CO2 produceren door meer data te verzamelen en meer software te gebruiken. In een gemiddeld rapport van de CO2-prestatieladder komt datagebruik niet voor als grote emissiebron, terwijl (afhankelijk van welke website je leest) de uitstoot van de ICT-sector gelijk of groter is dan die van de luchtvaart.
Het enige wat we willen zeggen is dit: Als je op weg bent naar CO2-neutraal werken, neem dat het gebruik van data in de hele keten mee in de afweging. Maak de afweging of de beslissingen door data-ondersteunend te werken, de CO2-uitstoot van de data en ICT ruimschoots compenseren. Want technologische ontwikkelingen mogen dan veelbelovend zijn, het zijn diezelfde ontwikkelingen die de aarde opeten: Meer, beter, sneller, niet omdat het moet, maar omdat het kan. Beloften. Beloften die tot nu toe nog lang niet allemaal waar geworden zijn.